Veelgemaakte fouten bij werkwoordspelling
De Nederlandse taal kent veel werkwoorden waarbij twijfel ontstaat over de juiste spelling. Eén van de meest voorkomende vragen is: schrijf je 'verhuist' of 'verhuisd'? In deze tekst leggen we je precies uit wat de juiste vorm is en wanneer je welke vorm gebruikt. Dit helpt om jouw taalgebruik correct te houden, zowel in dagelijkse communicatie als op school of werk.
Verhuist of verhuisd?
Het verschil tussen tegenwoordige en voltooide tijd
Om de juiste vorm te kiezen, moet je het verschil begrijpen tussen de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd. Het werkwoord 'verhuizen' verandert namelijk afhankelijk van de tijd waarin je iets zegt. Zeg je bijvoorbeeld: "Hij verhuist naar Oss", dan gebruik je het werkwoord in de tegenwoordige tijd.
In dit geval gaat het over iets wat nu gebeurt en dan schrijf je dus 'verhuist' met een 't' aan het eind, omdat het onderwerp 'hij' is. De regel is dat bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd, de stam + 't' gebruikt wordt bij de derde persoon enkelvoud.
Wanneer gebruik je 'verhuisd'?
'Verhuisd' is de voltooid deelwoord-vorm van het werkwoord verhuizen. Je gebruikt deze vorm in combinatie met een hulpwerkwoord, zoals 'hebben' of 'zijn'. Bijvoorbeeld: "Hij is verhuisd naar Oss" of "Wij hebben vorige week verhuisd".
Let op dat het voltooid deelwoord in dit geval eindigt op een 'd', niet op een 't'. Dat komt doordat de stam 'verhuis' eindigt op een stemhebbende klank (de 's'), en dus eindigt het voltooid deelwoord op een 'd'.
Waarom maken mensen deze fout?
De fout ontstaat vaak omdat de uitspraak van beide vormen – 'verhuist' en 'verhuisd' – erg op elkaar lijkt. Hierdoor is het lastig om op gehoor te bepalen welke spelling correct is. Vooral bij snelle communicatie via sociale media wordt de fout regelmatig gemaakt.
Daarnaast is het lastig voor mensen die Nederlands niet als moedertaal hebben of die moeite hebben met de regels rondom werkwoordvervoeging. Gelukkig is het met een simpele uitleg duidelijk te maken voor iedereen.
Wat moet je onthouden?
Korte samenvatting van de regels
Gebruik 'verhuist' als je praat over iets dat nú gebeurt en het onderwerp is hij, zij of het. Gebruik 'verhuisd' wanneer je spreekt in de voltooide tijd en een hulpwerkwoord zoals 'hebben' of 'zijn' gebruikt. Bijvoorbeeld: "Hij verhuist" (tegenwoordig) en "Hij is verhuisd" (verleden).
Voorbeelden uit de regio Oss
In en rondom Oss wordt er opvallend veel verhuisd in nieuwbouwwijken zoals Horzak en Piekenhoef. Wanneer je daar een zin over schrijft, is het belangrijk dat je de juiste vorm gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan: "De familie Jansen verhuist komende maand naar de Piekenhoef" of "De familie Jansen is onlangs verhuisd naar de Piekenhoef".
Met het groeiende aantal nieuwe woningen in de regio, komt het onderwerp 'verhuizen' regelmatig terug in lokale gesprekken en publicaties. Daarom is het belangrijk dat je weet hoe je het juist schrijft.
Laatste tip
Twijfel je alsnog? Zet de zin in een andere tijd en kijk of je er "hebben" of "zijn" voor kunt zetten. Als dat zo is, wordt het 'verhuisd'. Lukt dat niet en is het tegenwoordige tijd, dan is 'verhuist' vaak correct. Op deze manier voorkom je spelfouten en schrijf je zelfverzekerd je bericht of verslag.
